De Nordsvensk oftewel het Noordzweedse paard

 

Het Nordsvensk häst is een koudbloed Paard wat zijn oorsprong vind in Zweden.Begin negentienhonderd is het ras ontstaan door inheemse rassen te kruisen met Døles.De stambomen van de Noordzweden en Døle zijn online terug te vinden tot het jaar 1810,voor dat jaar laat zien dat ze zijn ingekruist met volbloed wat terug te vinden is tot het jaar 1685.

Het zijn brave,sterke,vriendelijke en werkwillige dieren met een fijn temperament.Makke dieren maar zeker niet sloom en met een sterk karakter. De stokmaat ligt tussen de 1.45 t/m 1.60 cm,al zijn er ook paarden die tegen de 165 cm gaan.

Ze beschikken over een wat langere rug,met een goed bespierde ronde achterhand en dik behang en sterke schouders. De meest voorkomende kleuren zijn bruin en zwart,vaak met meelsnuit. Maar ook de wildkleurbruin en wildkleur zwart, palomino ,valk,schimmel en vos komen voor. Bont is niet toegestaan.  Cremello komt zelden voor maar die paarden worden niet opgenomen in het stamboek, want dat wordt als een ongewenste kleur gezien.

Het Noord-Zweedse paard is een zeer goed allround paard dat kan worden gebruikt voor elke vorm van rijden of mennen.

Het stamboek wordt beheerd door de FNH, Föreningen Nordsvenska Hästen in Zweden.

Sinds 1964 is besloten het ras onder te verdelen in 2 soorten:
- De kallblodstravare: de koudbloed dravers,lichtere types koudbloed waarmee in Zweden gekoerst wordt op de drafbanen.
- De brukshäst: de zwaardere paarden. Die voornamelijk in de bosbouw en landbouw worden gebruikt.

Beide types hebben een eigen stamboek,maar vallen voor het Zweedse paspoort allebei onder Nordsvensk.

Wijzelf hebben en fokken met de Brukshäst, allen met een volledige stamboom.

De travares die in Nederland geïmporteerd worden hebben veelal gekoerst in Zweden en zijn niet allemaal geschikte recreatie dieren wat betreft hun temperament,al bestaan er natuurlijk uitzonderingen. Travares worden niet door ons geimporteerd.